Gedicht Maxime


BEKENDMAKING/ stedenbouwkunstige inslag
Sta mij toe dit te doen. Zo binnenstormen, zo zonder schroom binnenvallen zonder vergunning. Ik had op zijn minst even de tijd kunnen nemen om te verwittigen, om even te bellen. Want wij Vlamingen zijn daar zo zot van — van verwittigen. Gij, als lezer, als luisteraar, stelt u ondertussen waarschijnlijk de vraag; oh nee, en nu? Wat komt die nu weer vragen?
Ik spreek u niet over een stedenbouwkundige aanvraag. Ge weet wel, zo een geplastificeerd geel papier dat wordt vastgenageld op geperst hout. Ge hebt dat waarschijnlijk al zien staan. Daar, in de braakliggende voortuin van een persoon met een villa die aanspraak probeert te maken op een zwembad. Het verzoek zal later ook waarschijnlijk door de gemeenteraad probleemloos worden aanvaard
Langs de vaart en, aan de voet van de koeltoren in Vorst, staat er ook zo een exemplaar. Iets minder geel daar, iets minder fraai. Het heeft daar duidelijk meer geleden onder de vochtige, weerbarstige omstandigheden. De inkt die normaal gezien bovenaan het blad onder het laagje plastic prijkt, is ondertussen al naar beneden gegleden. De verticale zwarte strepen weerkaatsen samen met de oude graanmaalderij frontaal in het kanaal.
Gij, gij staat aan de overkant op het jaagpad en kijkt door een enorme zwarte koker naar het grijs, grauwe gebouw. Een zilvermeeuw kijkt mee over uw schouder.
Kijk, ik weet niet of gij opgezet zijt met mijn aanwezigheid hier — misschien hebt gij liever dat ik er helemaal niets over zeg, dat ik er ook niets over schrijf. De beelden spreken voor zich, of niet? Het punt is dat zoiets mij niet drijft. Want vergis u niet, vergeef mij de verloren moeite. Ik ben geen gluurder die meent in uw geest te kunnen kijken. Wat ik denk te doen, is zo ijdel en vrijblijvend, zo zonder pardon, sorry het spijt mij.
Gluren, dat is voor meeuwen.
Ik denk een indringer te zijn die met toeters en bellen uw beeld binnenbreekt, werkelijk lawaai maakt, maar eigenlijk slechts langs de oevers roept. Lees, verscheur, vergeef en vergeet mij.
Ik heb gesproken en geschreven, maar uiteindelijk niet echt iets gezegd.
Ik wou iets vertellen, ik had een vergunning nodig, maar ondertussen heb ik geen goesting meer.

Foto: Thomas VKF – Moulins de Ruysbroeck

Maxime is landschapsdichter voor het Regionaal Landschap Pajottenland & Zennevallei

Gedicht Ivo

Kapel

Er loopt een spoor naar dit kleine station

vanuit een dorp heel diep in Rusland,

vanuit een dorp heel hoog in Zweden,

waarin, net uit het zicht, zowel

in Rusland als in Zweden, een vijver

met een rietkraag en wat eenden.

Wie liet de kachel uitgaan nu de sneeuw

van ginder ver hier licht gaan liggen is

om er ik bid je in te schrijven voor iemand

die het niet zal lezen? Eenzaam

in de vrieskou staat een dame

in een blauwe jurk die, steeds wanneer

je vraagt waarheen de reis gaat,

prevelt dat ze wacht in dit station

op iemand uit een dorp verzonken

in een vijver met een rietkraag en

wat eenden, op iemand uit een dorp

in eens de wijdverbreide hemel.

Ivo van Strijtem

Leo Van Vreckem – Kapel van Poelk